Rijmende verhalen | |
Bloemlezing - ode aan Roos |
Ook al kakt de Cactus niet, niemand die haar graag in de tuin ziet de Harige Ratelaar, is als naam best raar en neem nou de Keizerskaars, dat is toch zoiets raars ook al is zij vast verwant, aan een veel aangenamer plant Duizendschoon, is honderd keer zo schoon als Plat Fonteinkruid, ook al ziet dat er aardig uit Pijlkruidkers, al was het nog zo vers is geen lekkere plant, al klinkt de naam best interessant Duinriet behoort tot saaie grassen, daarmee kun je niemand verrassen Tengere Veldmuur, klinkt vrij duur Boon, weer te gewoon Brede Raai, klinkt saai Muizeoor, ligt lekker in het gehoor maar je zult het maar moeten doen, met Rond Wintergroen! en wie wordt er nou geil, van Rood of Teer Guichelheil? ruiken aan Trekrus, nodigt niemand uit tot een kus Trilgras doet me niet trillen, het is geen naam om van te gillen en dan het plantje genaamd Tijm; een plant waarmee ik liever niet rijm de Gewone Braam, is slechts een gewone naam en ik weet niet of Gele Lis, nou veel beter is Bereklauw, klinkt vrij rauw keihard klinkt Keker, dat is zeker verder is er Margriet, die Vergeet-me-niet, tot slot Wortelloos Kroos en Roodbloeiende Framboos De redenering gaat misschien een beetje mank maar de mooiste bloem blijft toch de Roos want er is een meisje zo ontstellend schoon en slank dat als ik mocht kiezen, ik dat meisje met die naam koos |
Mulderiaan: Bloemlezing - ode aan Roos, 1 november 2000 |